Twee van de drie Nederlanders – zo’n 12 miljoen mensen – wonen in een stedelijke omgeving. Dat aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen, door bevolkingsgroei én een sterkere concentratie in steden. Gemeenten staan voor de ingewikkelde opgave om die groei op te vangen én tegelijkertijd een prettige leefomgeving te bieden waar mensen veilig en gezond kunnen wonen en werken.
Die opgave zit vol tegenstellingen. Want die enorme woningbouwopgave, die zoveel mogelijk binnenstedelijk moet worden opgelost, zet de leefbaarheid en mobiliteit in de stad onder druk. Als die woningbouw al van de grond komt – want stikstof en netcongestie zorgen voor forse vertraging. En zo zijn er meer conflicten. De energietransitie vraagt om versnelling, maar die botst met ruimtegebrek, draagvlak en uitvoeringscapaciteit. Klimaatadaptatie is noodzakelijk, maar nog niet structureel geborgd in beleid en uitvoering. En dat lijkt nog maar het begin. Zaken die we lang als vanzelfsprekend hebben geacht zoals altijd voldoende drinkwater of droge voeten, zijn dat niet meer per se. En op sociaal gebied is de stad al lang niet meer de emancipatiemachine die ze ooit was. De kloof tussen arm en rijk groeit juist en kan de aanleiding zijn tot conflicten. Zeker nu de inhoud van werk door de digitale transitie waarin we zitten snel verandert. Voor veel mkb’ers is het ingewikkeld om de goede keuzes te maken. Hoe maak je als bedrijf optimaal gebruik van de kansen van Ai? En hoe houd je als stad een bloeiend mkb in stand?
Bij het oplossen van al die opgaven is een goed contact met inwoners en ondernemers noodzakelijk. Maar de overheid heeft juist steeds meer moeite om een goed contact te onderhouden met de mensen in het land. Zij ervaren de dienstverlening van de overheid vaak als afstandelijk, ontoegankelijk, onnodig complex en bureaucratisch. Daarbovenop zijn er grote personeelstekorten in vrijwel elk domein. Die personeelstekorten spelen niet alleen binnen de overheid, maar ook in sectoren als de zorg, het onderwijs en de bouw.
Dit alles vindt plaats in een wereld vol conflict, waarvan de gevolgen ook hier voelbaar zijn. Overheden worden dagelijks aangevallen door hackers, vaak aangestuurd door vijandige staten. Tegelijkertijd moeten we onze datasoevereiniteit terugpakken: onze gegevens mogen niet langer afhankelijk zijn van buitenlandse servers.
In deze woelige (stedelijke) context wordt in Breda ’t Zoet herontwikkeld tot een nieuw, hoogstedelijk stadsdeel. Het terrein, met een oppervlakte van circa 48 hectare, ligt dichtbij het station en de historische binnenstad van Breda. Dit gebied, waar tot 2005 de suikerfabriek van CSM stond, is sinds 2021 in gezamenlijk bezit van de gemeente Breda en de provincie Noord-Brabant. De transformatie van ’t Zoet is gericht op het creëren van een levendig en divers stadsdeel met een mix van wonen (6000 woningen), werken, onderwijs, cultuur en recreatie. En ook op het stimuleren van innovatie en creativiteit, onder andere door het faciliteren van proeftuinen voor toegepaste technologie en creativiteit.
De vraag voor het Congres Ai in de Stad is hoe Ai daarbij kan helpen. Welke technologie nu al beschikbaar is en hoe gemeenten die nu al kunnen inzetten. Want Ai biedt kansen om deze opgaven aan te pakken: er is steeds meer data beschikbaar en deze kan met behulp van Ai-systemen geanalyseerd worden om inzicht te krijgen in het functioneren van een gemeente. Dit stelt overheden in staat om betere beslissingen te nemen en beleid, besluitvorming en uitvoering te verbeteren. Gemeenten willen graag aan de slag met Ai, maar zij lopen aan tegen een gebrek aan kennis en capaciteit om grote doorbraken met Ai binnen hun organisatie te realiseren. Tijdens Ai in de Stad bundelen we de krachten van gemeenten door de bestaande kennis en expertise bij elkaar te brengen en te combineren met die van kennisinstellingen en de private sector. Door deze samenwerking maken we efficiënt gebruik van kennis en capaciteit en realiseren we een zo groot mogelijke impact en samenhang.
Maar deze kansen zijn alleen verantwoord te benutten als we ook rekening houden met de veiligheid van technologie, als Ai geen ongelijkheid versterkt, als welzijn en autonomie centraal staan evenals duurzaamheid en welvaart. En als er rekening wordt gehouden met de lokale identiteit.